Ik ben vrij bedreven in het verwerken van katers. Het is, moet ik eerlijkheidshalve zeggen, ook niet heel moeilijk. De truc is domweg te gaan leven, op dat moment. Niet groots of meeslepend, of iets dergelijks, maar alledaags.
Een boodschap doen. En dan bij voorkeur op de
fiets. Meer wind.
De boodschap brengt je onder de mensen, of
beter gezegd, tussen de mensen. Dat doorstaan levert een mentale winst op die
essentieel is. De rest vult zich daarna vanzelf wel in.
Voor al het bovenstaande overigens eerst
douchen. Het is zaak daar geen seconde te lang mee te machten. Lethargie ligt
op de loer, als een onweerstaanbare sirene.
Na het douchen grondig tanden poetsen. De
kegel verdwijnt er niet mee, maar je denkt van wel. Het soort illusie waar je
iets aan hebt.
Een zekerheid tijdens de kater: je hebt zin in
twee dingen. Ranzig eten en seks. Vanochtend was dat niet anders. Vanmiddag ook
nog niet.
S. lag boven te slapen, een inhaaldutje
vanwege een beroerde nacht.
Soms vertelt ze, als zij enige tijd boven was
geweest en ik beneden, dat ze mij via telepathie naar boven had proberen te
lokken. Het was ooit een keer gelukt. Dat is wat toeval kan doen met je. Je een
rotsvast geloof geven in iets.
Ik liep zachtjes beide trappen op en opende de
deur van de slaapkamer. S. sliep, rotsvast. Ik negeerde een aantal overwegingen
en liep terug naar beneden, waar mijn laptop nog open stond.