dinsdag 24 april 2012

Bijschrift


Een man en vrouw komen aanfietsen in de smalle straat.
Aan het einde rechtsaf en je zit zo op de Neude.
Hij rijdt, zij zit voorop, op de stang.
Het gezicht van de vrouw verraadt dat ze zich heeft neergelegd bij wat we graag de zelfkant van de samenleving noemen.
Een junkie, voorop op de fiets, op de stang bij haar metgezel. De eerste gedachte: een tijdelijke metgezel. Geen betere grond voor een opportunistisch pact dan een verslaving.
De man oogt ouder dan zij. Een stuk gezonder, maar onmiskenbaar ouder. Daarbij in acht nemend dat hij een neger is. Negers krijgen pas rimpels als ze echt op leeftijd zijn.
Moest je hem duiden, dan zou je zeggen: Louis Gosset Jr. met haar, ten tijde van An Officer and a Gentleman.
Terwijl ze passeren draait de vrouw haar hoofd schuin naar hem toe en zegt oprecht blij: ‘Wat goed zeg!’
Louis knikt tevreden. Of nee, trots.
Je bent geneigd te denken dat ze een missie hebben en dat hij ervoor heeft gezorgd dat die missie geslaagd is. Nu nog niet, maar zometeen.
Alleen ligt dat wat voor de hand. Zeker als je ervan uitgaat dat de waarheid in de regel meer verrast dan wat je als bijschrift had verzonnen, zou dat korte moment van trots zijn vastgelegd.
Waarschijnlijker is dus dat Louis zijn dochter heeft gebeld. En morgen met haar heeft afgesproken.
‘We zien wel hoe het gaat’.
Het waren de mooiste woorden die hij in de afgelopen 15 jaar had gehoord.